Was Harvey Esajas nou degene die vanuit de anonimiteit opeens ging spelen voor AC Milan? Of was hij nou die doorgeslagen speler? Harvey Esajas was toch die voetballer van Feyenoord die een amateurspeler een gebroken kaak bezorgde? Later zou dit bekend staan als de Helderse Affaire. Esajas komt in dit interview met nieuwe informatie over de beruchte affaire. Daarnaast komt het Milanese sprookje uiteraard ook ter sprake. Maar de mens Harvey Esajas is meer dan alleen de Helderse Affaire en AC Milan waar de meeste sportliefhebbers hem van kennen. Zou iemand weten dat Dordrecht ’90 hem wilde verhinderen dat hij bij Real Madrid ging trainen? Of dat Esajas op het punt stond reisgids in Spanje te worden voordat hij naar AC Milan vertrok?
Vanwege de overweldigende informatie die ik verkreeg van de openhartige oud-Feyenoorder, heb ik besloten het interview in tweeën te knippen. Op deze manier hoeven jullie niets te missen van zijn mooie levensloop met levendige anekdotes. In het eerste deel staat de Helderse Affaire, zijn moeilijke jeugd en periode als speler van Feyenoord centraal.
Als ik zeg 24 oktober 1993, waar denk je dan aan?
‘Mijn debuut voor Feyenoord in het Olympisch Stadion tegen Ajax. Dat weet ik nog goed. Ik hoorde pas op de wedstrijddag dat ik zou spelen. Tijdens de warming-up was ik zo zenuwachtig dat ik kramp kreeg.’
Maar je kon toch spelen?
‘Ja, dat kwam ook doordat de trainer Van Hanegem wat tegen mij zei.’
Wat zei hij?
“Waarom ben je zenuwachtig? Je moet toch spelen.” Typisch Willem, maar hij had wel gelijk. Uiteindelijk speelde ik een goede wedstrijd. Ik stond die dag linkshalf en scoorde de 0-2. Die bal raakte ik trouwens helemaal niet goed. Helaas werd het nog 2-2 door een late goal van Litmanen. Maar die wedstrijd is een mooie herinnering. Ik speelde trouwens omdat Van Gobbel en Fräser geschorst waren door de tuchtcommissie van de KNVB. Dat was naar aanleiding van de Helderse Affaire in het voorseizoen 1993/1994.’
De echte waarheid lijkt nooit helemaal verteld te zijn rond de Helderse Affaire. Wil jij daar duidelijkheid over scheppen?
‘Is die zaak verjaard?’
Ja
‘Weet je dat zeker?’
Ja, dat weet ik zeker. Ik heb het nagezocht. Amateurspeler Ronald Schouten van het Helders Elftal werd een gebroken kaak geslagen door een speler van Feyenoord. Voor deze zaak van eenvoudige mishandeling met zwaar lichamelijk letsel geldt een verjaringstermijn van 12 jaar.
‘Oké, dan kunnen we erover praten. Ik wil eerst zeggen dat ik het belachelijk vond dat we een oefencampagne hadden in Noord-Holland als Feyenoord zijnde. Dat is de regio van Ajax. Dat doe je toch niet? Ajax gaat toch ook niet oefenen in Ridderkerk of Barendrecht?’
Mag ik daarom vaststellen dat de sfeer rondom de wedstrijd tegen het Helders Elftal dan al sowieso slecht was?
‘Ja, dat zeker. Het begon de dag ervoor al met een wedstrijd in Ermelo. Daar gooiden ze al onze ramen in en wilden al die Ajax-supporters Van Gobbel en De Wolf te grazen nemen. In Ermelo speelden we ook praktisch naast een camping van Ajacieden. We oefenden gewoon aan de verkeerde kant. En ik kan het weten, want ik kom uit Noord-Holland.’
Hoe verliep de beruchte wedstrijd tegen het Helders Elftal?
‘Daar hing zoals je net al zei voor de wedstrijd al een vijandige sfeer. Ook daar werden we uitgescholden en geïntimideerd. En het Helders Elftal was zelf tevens opgefokt. Ze gingen expres hard door in duels, kwamen vaak te laat in, gingen spugen en ellebogen geven. Het was gewoon een harde wedstrijd. Dat moest je vooral doen tegen onze karaktervolle Feyenoord-ploeg.’
Hoe sloeg de vlam in de pan?
‘Er werd voor een overtreding gefloten. Wij kregen een vrije trap en Fräser wilde die bal pakken. Maar Fräser werd van achter geschopt door een gozer. Henk draait om en reageerde op zijn manier. Toen volgde er een opstootje tussen beide teams. Van Gobbel kwam aanrennen met een karatetrap, maar hij miste. Iedereen schrok. Ik was naar het opstootje gegaan om de boel te sussen. Maar die aanvoerder Ronald Schouten spoog mij in het gezicht. Ik ben op straat opgegroeid en ik deed dus meteen iets terug. Ik had toen als profvoetballer niet goed gehandeld. Maar ik raakte in paniek, want ik voelde mij bedreigd. Die klodder spuug was de laatste druppel. Ik handelde uit zelfverdediging. Toen ging die speler opeens neer. Het was nooit mijn intentie geweest om zijn kaak te breken.’
Wat gebeurde er na de wedstrijd?
‘Na de wedstrijd moesten we ons allemaal melden bij het bestuur. Dat was bij Jorien van den Herik, Wim Jansen en Hans Hagelstein. Toen werd gelijk gezegd dat de dader op staande voet ontslagen zou worden. Dat vond ik vreemd. Wij waren namelijk als saamhorige spelersgroep voor elkaar opgekomen. Ik herinnerde meneer Jansen ook aan Feyenoord – Real Madrid in 1965 in de eerste ronde van de Europacup 1. Coen Moulijn kreeg een doodschop. Meneer Jansen en heel Feyenoord vloog gelijk achter de dader aan.’
Wist iedereen binnen de club dat jij die klap had uitgedeeld?
‘Ja, iedereen wist het. Zeker na verloop van tijd. Maar ik had niet echt geslagen. Ik had mij verweerd met mijn armen en handen. Ik raakte in paniek.’
Moest je nog naar de politie?
‘Het vreemde was dat Mentink mij gelijk naar voren schoof als dader. Mentink was de advocaat van Feyenoord. Maar ik wist daar niets van af dat zij mij naar voren schoven. Het bestuur handelde zonder mijn medeweten. Maar de politie wilde mij horen als getuige. Zij dachten zeker te weten dat Van Gobbel de dader was. Zij wilden Van Gobbel als dader en mij als getuige. Terwijl de club mij als dader aanwees. Dit was verwarrend voor mij en de politie.’
Had jij het idee dat je als een soort zondebok door Feyenoord werd gebruikt?
‘Jazeker. Ik was net 18 jaar, een snotaap. Ik werd geslachtofferd. De leiding van Feyenoord en Mentink handelden niet in mijn belang. Ze hadden nog niet eens de volledige versie van mijn verhaal gehoord. Die advocaat was trouwens waardeloos. Tot de dag van de uitspraak bleef hij er maar op hameren dat ik de dader was. Ik werd gebruikt om Van Gobbel te beschermen. Hij was natuurlijk al international. Maar Van Gobbel had helemaal niets gedaan. Hij had die speler geen gebroken kaak bezorgd. Ik wel, maar uit pure zelfbescherming.’
Voelde jij wel steun van de spelersgroep?
‘De spelers die mij konden beschermen, verdedigden mij. De trainer had mij destijds ook verdedigd.’
In de “Helderse affaire’ is er nog één verdachte te veel; Politie wijst door Feyenoord-bestuur aangewezen dader af’
(Kop artikel in NRC, 24-8-1993)
Ben je uiteindelijk nog wel als verdachte gehoord?
‘Ja, enkele maanden na de wedstrijd tegen het Helders Elftal. Zowel bij de tuchtcommissie van de KNVB als bij justitie. Toen was ik wel verdachte. Ik heb mijn verklaringen bij beide instanties afgelegd.
En?
‘Ik was door beide instanties vrijgesproken. Ik zei dat ik mij bedreigd voelde en ik raakte daardoor in paniek. Het was zelfverdediging. Zij stelden mij in het gelijk.’
Kun je nog iets vertellen over die beruchte videoband van een amateurfilmer? Van den Herik scheen een videoband opgekocht te hebben waar dan heel het opstootje op gefilmd stond. Later zou deze band mysterieus verdwenen zijn en daarmee ook bewijsmateriaal.
‘Feyenoord zou die band opgekocht hebben. Maar volgens mij stond niet alles erop. Het fijne weet ik er niet van.’
De Helderse Affaire liep met een sisser af voor Feyenoord. Door gebrek aan bewijs en door een handeling uit zelfverdediging werden er geen straffen door justitie uitgesproken. Maar Fräser en Van Gobbel werden nog wel geschorst door de tuchtcommissie van de KNVB. Voelde jij je schuldig ten opzichte van hen?
‘Nee, want zij werden voor iets veroordeeld wat ze gedaan hadden. Fräser had gespuugd en Van Gobbel was er ingevlogen met een karatetrap.’
Namen zij het jou kwalijk dat jij wel gewoon spelen?
‘Nee. Zij wisten dat ik voor mijn medespelers opkwam. Ik probeerde de boel te sussen. De ploeg stond volledig achter mij. Ik had die fatale klap wel gegeven, maar uit paniek en zelfbescherming.’
Heb je later veel last gehad van de Helderse Affaire?
‘Ja, dat zeker. Ik kreeg meteen een stempel. Dat was moeilijk voor mij. Want van die stempel kwam ik niet meer af. Tot de dag van vandaag. Mensen herinneren mij vanwege het incident. Maar vaak weten ze niet dat ik ben vrijgesproken door justitie en de tuchtcommissie. Dat zijn openbare documenten. Iedereen kan dat opzoeken. Lees het maar na.’
Moeilijke jeugd
Mooi, de Helderse Affaire is opgelost. Laten we nu gewoon over voetbal praten. Hoe kwam jij eigenlijk bij Feyenoord terecht?
‘Ik kwam in het voorjaar van 1993 via meneer Jansen bij Feyenoord terecht. Hij zette mij trouwens tijdens de contractsonderhandelingen gelijk op mijn plek.’
Op welke manier?
‘Ik was nog echt een straatschoffie en had nog een grote mond. Meneer Jansen bood mij een koelkastcontractje aan, terwijl ik een veel beter contract wilde. Ik weet nog goed wat hij zei: “Maar wie ben jij dan? Wie is Harvey Esajas dan? Wat heb jij bereikt?” Ik helemaal uit mijn plaat. Mijn oom was meegegaan naar het overleg. Hij keek naar mij en zei: “Jij gaat gewoon zitten, je mond houden en tekenen.” Als ik goed zou presteren, dan zou ik een mooier contract krijgen. Daar houd ik wel van. Er zat daar een uitdaging in. Ik heb meneer Jansen mede daardoor nog steeds heel hoog zitten. Hij ving mij ook goed op.’
En je kwam van Anderlecht vandaan?
‘Dat klopt. Ik kwam als Amsterdammer uit de jeugdopleiding van Ajax. Daar werd ik weggestuurd. Ik was onhandelbaar. Het lag voor een groot deel aan mezelf, want ik was een moeilijke jongen. Ik had problemen met gezag. Al vond ik het soms bij Ajax ook oneerlijk aan toe gaan. Louis van Gaal was destijds de baas. Hij zei bijvoorbeeld dat je goed moest presteren op school, anders mocht je niet bij Ajax blijven. Maar wat had hij over mijn school te zeggen? Mijn moeder betaalde mijn school, niet hij. Maar goed, weggestuurd bij Ajax en toen ging ik naar het Anderlecht van Aad de Mos.’
Daar ook weggestuurd?
‘Ja. Ik had een stickie gerookt. Waren ze achter gekomen. Ik werd daar ontslagen. Maar ik had tevens moeite met de afstand tussen Amsterdam en Brussel. Ik kon daardoor mijn draai niet echt vinden bij Anderlecht.’
Hoe kwam het dat jij een moeilijke jongen was?
‘Ik groeide op de straat op. Net als veel vrienden kwamen we uit gebroken gezinnen en was er weinig toezicht.’
Heb jij een harde jeugd gekend?
‘Veertien vrienden zijn van mij vermoord. In mei dit jaar was een vriend van mij in Amsterdam nog doorzeefd met kogels. Dat zegt wel genoeg, denk ik. Met dat soort jongens trok ik op. Wij waren als kleine jochies al vervelend. We glipten als minderjarigen discotheken binnen en reden met scanners achter de politie aan. Gingen we nieuwsgierig kijken wat gebeurd was. Wij wilden boefies worden.’
Was jij ook een crimineel?
‘Ik heb genoeg dingen gedaan die niet door de beugel konden. Maar ik ben er nooit voor opgepakt. Dat is mijn zegen geweest. Ik was ook niet echt een crimineel, maar ik was meer ondeugend. Ze noemden mij vroeger het Incassobureau. Ik kwam geld innen zonder geweld. Maar op mijn 18e werd mijn vriend Giovanni neergeschoten. Toen besefte ik dat ik een normaal leven wilde. Ik bleef wel met mijn vrienden omgaan, maar ik zei dat ze mij niet moesten betrekken bij hun bullshit. Ik zou alles gooien op het voetbal.’
Als speler van Feyenoord
Foto Harvey Esajas als speler van Feyenoord (bron: www.feyenoord-online.com)
Kon je als Amsterdammer aarden bij Feyenoord?
‘Zeker weten. Feyenoord is ook mijn cluppie. Wat dat betreft ben ik een aparte Amsterdammer. De beleving van supporters is bij Feyenoord mooier en intenser dan bijvoorbeeld bij Ajax. Bij Ajax zijn het toch vooral dagjesmensen op de tribune die ook nog eens voor veel files zorgen. Je ziet hier in Amsterdam toch ook veel mensen eerder vertrekken tijdens een wedstrijd, omdat ze snel bij hun auto willen zijn. Dat doe je toch niet als supporter? Je blijft toch je club en kleuren gewoon steunen? Bij Feyenoord blijven ze altijd komen en zullen ze altijd blijven zingen. Als het slecht gaat bij Ajax, zit er geen kip in het stadion.’
Maar werd je in de spelersgroep wel meteen geaccepteerd als Amsterdammer?
‘Tussen spelers leeft die rivaliteit niet zo als tussen supporters. In de jeugd zat ik met Ajax ook wel eens samen in de bus met Feyenoord. Er was natuurlijk altijd wel sportieve rivaliteit om de beste te zijn. Maar verder niet. Dus ik kon mijn draai snel vinden.’
Werd je niet in de zeik genomen?
‘Jawel. Gewoon net als andere jonkies werd ik wel eens slachtoffer van kleedkamerhumor. Smeerden ze van die hete massageolie in mijn onderbroek. Dat voelde je wel als je die aantrok, haha.’
Oud-Feyenoorder Lloyd Kameron vertelde mij in een eerder interview dat de spelers van Feyenoorders allemaal professionals waren. Het waren broodvoetballers die wisten waarvoor ze speelden. Kun jij dit beamen?
‘Het waren zeker allemaal professionals. We trainden ook stevig en serieus. Natuurlijk had je De Wolf en Fräser bijvoorbeeld, maar ook Metgod en Scholten konden stevig voetballen. Bobby Petta was destijds een groot talent en was heel goed. Maar soms werd hij letterlijk van de training afgeschopt, zo goed was hij. Vroeger ging het er veel harder aan toe tijdens trainingen.’
Je kwam in de lente van 1993. Je maakte ook gelijk even het kampioenschap mee.
‘Dat was schitterend. Tegen MVV-uit zat ik voor het eerst op de bank. Ik zou de laatste wedstrijden van het seizoen bij de selectie blijven. Heel die sfeer was toen geweldig. Vooral voor zo’n jong broekie als ik. We waren op weg naar het kampioenschap met al die supporters die ons overal steunden. Vooral toen we in Groningen kampioen werden. File van Groningen tot Rotterdam. Dat kan toch niet in Nederland? Daarna had ik nog nooit zoveel mensen op de Coolsingel zien staan.’
In het boek Feyenoord. Top en flop 100 sta je als nummer 63 genoemd van de flops. Ze schrijven het volgende over jou: “Maakte ooit in een poging een Europacup-tegenstander volledig af te schoppen de mooiste pirouette ooit gedraaid in De Kuip, maar kon er echt geen reet van.” Wat is jouw reactie hierop?
‘Haha, dat was in maart 1995. Mijn Europees debuut tegen Real Zaragoza. Ja, dat was een harde wedstrijd. Lekker beuken, daar hield ik ook van. Het publiek ook. Ik viel in en wilde mij gelijk laten zien. Ik vocht toen mooie duels uit met Gustavo Poyet en Juan Esnaíder. Ik heb trouwens toen nog het shirtje gekregen van Poyet.
Morgen deel II van het interview met Harvey Esajas. Daarin vertelt hij over zijn goede band met Willem van Hanegem. Maar ook licht hij toe welke fouten Van Hanegem maakte in zijn ogen. Zijn wonderlijke avonturen bij Dordrecht ’90, Real Madrid en AC Milan komen eveneens ter sprake. Tenslotte zal Esajas uit de doeken doen hoe hij van zijn vroegere fouten daar succesvol tegenwoordig zijn werk van heeft gemaakt.
Bron omslagfoto: http://lamedialunadelarea.wordpress.com/
Mooi man!
Echt een tof interview.
Wat een stel randdebielen waren dat!(Helders elftal).
Feyenoord had in die tijd een team , dat voor elkaar door het vuur ging , zowel in als buiten het veld!
Tegenwoordig mis je dat toch wel bij Feyenoord , ouderwets lekker de beuk erin gooien!
Mijn broertje en ik waren erbij toen Harvey zijn debuut bij Ajax uit maakte en scoorde! Schitterend , ruim 2000 Feyenoorders die over elkaar heen vielen uit pure blijdschap!
Eigenlijk kon Harvey zeker aardig voetballen , maar werd onterecht afgeschilderd als ordinaire schopper , was gewoon bikkeltje hard!
Kijk uit naar deel 2. HARVEY FOR PRESIDENT!
Goed en leesbaar stuk; VI niveau