Bij FC Den Bosch en SC Heerenveen stonden ze op de banken voor hem. Hoe anders liep het bij Feyenoord voor Anthony Lurling? Talloze scheldpartijen en intimidaties moest hij tussen 2002 en 2004 incasseren van het eigen publiek. En nog steeds zijn er Rotterdamse fans die hem niet kunnen luchten of zien. Ook al speelt hij tegenwoordig bij zijn geliefde FC Den Bosch op het tweede niveau. Toch is zijn bewondering voor Feyenoord altijd gebleven. De inmiddels 37-jarige balkunstenaar vertelt over zijn periode in De Kuip die twee gezichten kende.
De bron voor al het kwaad richting jou was de wedstrijd SC Heerenveen – Feyenoord op 31 januari 2001. Bonaventure Kalou kreeg na 61 seconden rood. Er werd jou verweten dat jij hem deze kaart aannaaide.
‘Het was absoluut een terechte kaart. Die beelden heb ik wel honderd keer teruggezien. Hij maakte gewoon een schoppende beweging naar achter. Roelof Luinge was scheidsrechter. Iedereen wist dat je dat soorten dingen niet bij hem moest doen.’
Ben je met mij eens dat deze wedstrijd slecht was voor je imago? Je kreeg de naam een matennaaier te zijn.
‘De wedstrijd tegen Feyenoord kreeg nog een staartje. Een paar wedstrijden later moesten wij weer tegen hen voor de beker. Kalou werd voor vier wedstrijden geschorst na die rode kaart. Hij miste de bekerwedstrijd die wij met 4-3 wonnen. Ik maakte toen twee doelpunten. Eén en één is dan twee. Het werd in mijn latere carrière alleen maar erger doordat ik tegen Feyenoord vaak scoorde of goed speelde.’
De rode kaart vormde de aanleiding voor het Feyenoord-publiek om jou geen warm hart toe te dragen. Kun jij begrijpen dat het Legioen bijna jouw gehele periode in Rotterdam hatelijk heeft toegezongen?
‘Ik vond het wel erg moeilijk. Echt begrijpen deed ik het niet. Het lijkt mij dat je als supporter het beste met je nieuwe speler voor hebt. Ik kan het wel verklaren als zo’n voetballer niet zijn best doet. Ik liep volgens mij de ballen uit mijn broek voor de club.’
Kreeg je wel steun van de spelers en de technische staf?
‘Dat ging heel goed. De spelers en de staf steunden mij. Ik zal nooit vergeten dat Paul Bosvelt tijdens de training een keer naar het hek liep. Een supporter zat mij de hele tijd uit te schelden. Bosvelt zei tegen hem: “Nu hou jij je bek dicht anders stomp ik je hier weg.” Het gaf uiteraard een goed gevoel als zo’n Mister Feyenoord voor je opkwam.’
Je wist voordat je naar Feyenoord ging dat je bij de supporters niet erg geliefd was. Waarom kwam je toch?
‘Toen Feyenoord zich meldde, hoefde ik niet na te denken. Feyenoord is een geweldige club. Vroeger kwam ik regelmatig als supporter al in De Kuip. Ik hield van spelers zoals John de Wolf en Henk Fräser.’
Stond je niet stil bij je slechte reputatie die je had onder een deel van het Legioen?
‘Natuurlijk wel. Alleen dacht ik: als ik goed speel, dan verandert het wel. Daar heb ik te gemakkelijk over gedacht. Ik heb de impact van de supporters onderschat, vooral in de eerste weken.’
Wat gebeurde er in de eerste weken?
‘Op mijn eerste training werd ik door de helft van de fans uitgefloten. Er kwam ook een grote kerel na de eerste training naar mij toe. Hij pakte echt stevig mijn bovenarm vast en zei: “Ik accepteer je alleen als je scoort tegen Ajax.” Nou, lekker zo’n eerste training dacht ik.’
Waren er ook negatieve reacties in privésfeer?
‘Ik ging in Rotterdam wonen om optimaal te kunnen presteren. De eerste maanden waren niet leuk. Als ik boodschappen ging doen kwam ik vervelende mensen tegen.’
Wat zeiden ze?
‘Dat ik moest oprotten bijvoorbeeld. Mede daarom ben ik na een halfjaar terugverhuisd naar Den Bosch. Dat is goed voor mij geweest. Het voetbalgedeelte bleef achter in Rotterdam. In Den Bosch had ik niet dat gezeur.’
Wat voor impact had het op jou in het veld dat supporters je geen warm hart toedroegen?
‘Er sloop bij mij de angst in om fouten te maken. Ik koos vaak voor een balletje terug of breed. Dat ging ten koste van mijn eigen spel. Ik voelde mij niet vrij.’
Psychologische hulp is vaak taboe in de stoere voetbalwereld. Ik kan mij indenken dat jij het destijds goed kon gebruiken. Heb je hulp gezocht?
‘Ja, bij paragnost Henk Gier. Hij liep in die tijd vaker rond bij Feyenoord.’
Heb jij geen scepsis ten opzichte van deze praktijken?
‘Nee, als iets mij één procent kan helpen om beter worden als prof, dan grijp ik dat aan. Henk behandelde mij en ik kon met hem praten. Dat hielp mij verder. Ik zal je nog een gek verhaal vertellen. Hij voorspelde een middag voor de wedstrijd tegen Willem II dat ik twee keer zou scoren. Ik zei tegen hem dat het lastig werd, want ik zou op de bank zitten. Die avond belde Bert van Marwijk op. Ik stond in de basis als vervanger van Robin van Persie. En prompt scoorde ik tweemaal in dat duel.’
Een jaar geleden was je betrokken bij een akkefietje in de binnenstad van Den Bosch. Volgens mij werd je lastig gevallen door een Feyenoord-fan. Klopt dat?
‘Een gozer had flink gezopen en noemde zichzelf Feyenoord-supporter. Ik was toen nog speler van NAC en we zouden over enkele weken tegen Feyenoord moeten. Hij riep dat ik in mijn broek zat te schijten en dat ik eraan ging. Toen hij wegliep sloeg hij met een platte hand op mijn hoofd. Op dat moment duwde ik hem weg. Hij viel op de grond. Een agent in burger was er toevallig en die dacht dat ik hem geslagen had. Alle omstanders verklaarden dat ik onschuldig was en dat die gozer vervelend was. Dus verder kreeg het geen vervolg.’
Lurling met zijn jonge concurrent Van Persie
Zijn de supporters de reden geweest waarom jouw avontuur in Rotterdam mislukte?
‘Ten eerste vind ik het geen mislukt avontuur. Het is niet helemaal geworden wat ik ervan verwacht had. Ten tweede moet je altijd naar jezelf kijken. Het was natuurlijk moeilijk dat sommige supporters op die manier reageerden op mij, maar dat wil ik niet gebruiken als excuus. Als ik terugkijk, had ik het gevoel dat ik moest slagen. Ik legde mijzelf te veel druk op. En ik had eenvoudigweg concurrentie van goede spelers als Van Persie en Kalou. Wellicht was mijn limiet net de top van Nederland of een goede subtopper.’
Lef kan je in ieder geval niet ontzegd worden. Eerst ging je als speler in 2004 van Feyenoord op huurbasis naar NAC. Later ging je na je avontuur bij FC Köln in 2007 naar NAC. Dat in de wetenschap dat de Brabantse club weinig moet hebben van Feyenoord.
‘Ik was mentaal verder en durfde de overstap aan. In Rotterdam was ik nog niet klaar voor de reacties van het publiek. In Den Bosch en Heerenveen kon ik eerder niets fout doen. En opeens was ik de gebeten hond in Rotterdam. Dat was lastig. En daar had ik weer van geleerd.’
Na Feyenoord beleefde je bij NAC een hele goede periode. Je werd zelfs omgedoopt tot de Messi van Breda. Toch vond je het in je NAC-tijd nodig om Feyenoord-fans af en toe te treiteren. Je zong eens op een supportersavond ‘Helemaal niets in Rotterdam’ en je zwaaide wel eens provocerend naar het Legioen in het Rat Verlegh Stadion. Waarom deed je dit?
‘Dat liedje zingen ze vaak bij NAC. Je moet ook begrijpen dat je op zo’n feestavond al een paar biertjes op hebt. Met het zingen van het liedje wilde ik helemaal niet de fans van Feyenoord sarren.’
Waar komt jouw soms irritante gedrag in het veld vandaan? Als ik je nu spreek, ben je gewoon een hele sociale en aardige kerel.
‘Ze zeggen wel eens tegen mijn vrouw: dat jij met zo’n vent kan samenwonen. Rob Penders vond mij eerst ook een vervelend mannetje. Omdat hij mij kende van televisiebeelden. Later ben ik bij NAC prima met hem omgegaan. In het veld ben ik inderdaad vaak irritant. Ik doe er alles voor om te kunnen winnen. En ja, soms ga ik wel eens door op een keeper of kom ik wel eens te laat in. Dat doe ik om mijn ploeg te helpen. Maar ik ben geen matennaaier.’
Hoe kijk je tenslotte terug op jouw tijd in De Kuip?
‘Ik heb daar een mooie tijd gehad en prachtige wedstrijden gespeeld. De wedstrijd voor de Europese Supercup tegen Real Madrid en natuurlijk de duels in de Champions League. Ik ben trouwens de laatste die voor Feyenoord daarin heeft gescoord. Dat was tegen Newcastle United thuis. En even voor de goede orde: het was maar een klein deel dat mij uitjoelde. Ik krijg tegenwoordig nog steeds leuke reacties van Feyenoord-supporters die ik tegenkom. Tijdens carnaval sta ik regelmatig vrolijk op de foto met hen.’
Je bent een liefhebber van Feyenoord en je hebt een zoontje. Gaat hij ooit De Kuip samen met jou bezoeken?
‘Jazeker, alleen weet ik nog niet wanneer. Nu vermijd ik Rotterdam nog. Ik zoek de problemen niet op. Maar ik wil hem heel graag een keer meenemen. Ik vind De Kuip een van de mooiste stadions. Dat moet hij gewoon een keer gezien hebben.’
ahh geweldig interview!
Lurling was tot voor kort een geweldige voetballer.
Hij speelde niet altijd lekker tegen feyenoord, maar ook altijd klasse tegen psv… heeft dat te maken met den Bosch –> Eindhoven?
Ik blijf het een achterlijke beslissing van nac vinden dat ze Lurling op de bank hebben gezet.
En dat voor zo’n zak hooi genaamd Elson Hooi. Zelden zo’n beperkte buitenspeler gezien.
Alleen vraag ik mij af, waarom er niets is gevraagd over Anthony zijn beste prestatie… 2de met Heerenveen. hij en Talan waren dé spelers van Heerenveen indertijd en toen leek de weg naar de top voor Lurling een kwestie van tijd.
BTW:
laatste doelpunt voor feyenoord in de CL.. precious!